De Hoge Raad heeft uitspraak gedaan inzake de huidige belastingheffing in Box-3.
Het oordeel van de Hoge Raad heeft een aantal consequenties. Bij de vaststelling van het werkelijke rendement dient het gehele vermogen in fiscale box-3 meegeteld te worden in de belastingheffing te worden betrokken, zonder aftrek van het heffingsvrije vermogen. Dit betekent niet alleen dat het heffingsvrije vermogen van €57.000 (of €114.000 voor fiscale partners) komt te vervallen, maar dat deze belastingvrije voet ook voor spaarders vervalt. Er bestaat geen correctie voor inflatie. Verder wordt er geen rekening gehouden met positieve of negatieve rendementen in voorgaande jaren.
Indien een belastingplichtige in aanmerking denkt te komen voor belastingteruggave, dan moeten hij/zij zelf aantonen dat er in de afgelopen 3 jaar een lager rendement op hun beleggingen en overige bezittingen hebben behaald dan waarover zij forfaitair belast. De Belastingdienst ontwikkelt daarvoor momenteel een digitaal aangifteformulier.
De demissionaire staatssecretaris geeft aan dat de belastingdienst haar best gaat doen om zoveel mogelijk gegevens vooraf ingevuld te krijgen via een samenwerking met de banken en financiële instellingen. Dat betekent dat een deel van de belastingplichtigen hun eigen administratie goed op orde moet hebben.. Beleggers zijn niet verplicht om aangifte te doen in het geval hun werkelijk behaalde rendement hoger was dan het door de belastingdienst vastgestelde forfaitaire rendement.
Voor informatie en/of advies: www.middenbrabantadvies.nl
* Uitleg over dit bericht, de ster in de titel en de ‘pen met munten’ leest u hier