Gemeente Oisterwijk heeft nog steeds geen idee hoeveel procent van de woningbouw beschikbaar komt aan de lagere inkomens; de zogenaamde sociale huur- of koopsector. In acht jaar werden 800 nieuw woningen gebouwd, maar hoeveel daarvan in de sociale prijsklasse vallen is onbekend.
Recent is Gemeente Oisterwijk begonnen aan het in beeld brengen van de wensen van inwoners, betreffende woningbouw. Aan de reacties te zien op social media, is dat vragen naar de bekende weg. Al jaren zijn de signalen duidelijk: Bouwen voor de jeugd en in de betaalbare sector. Precies dat zijn overwegend de reacties; dezelfde reacties die in overvloed voorbij komen als de gemeenteraad een bouwplan bespreekt, en er keuzes gemaakt moeten worden. Het gaat dan om keuzes tussen sociale woningbouw met minder opbrengst voor de gemeentekas, of de duurdere sectoren met meer opbrengsten in de gemeentekas.
18 of 35% ?
In 2018 en ook daarna heeft de gemeenteraad aan zichzelf en aan het college (burgemeester en wethouders) opdracht gegeven dat minimaal 35% van alle nieuw te bouwen woningen in de sociale prijsklasse moet vallen. ‘Gemiddeld’ werd daar later als uitleg bij geschreven, want niet ieder project zou zich lenen voor betaalbare woningen. Begin dit jaar bleek dat er geen overzicht of compensatieregeling, van gerealiseerd en nog te realiseren projecten bestaat, waar de stand van die percentages uit blijkt. Ook het verzoek van de raad en de belofte van het college om dit overzicht te bieden, is nog niet ingevuld. Wat wel bekend is (zie afbeelding), is dat van de 800 woningen die in de acht jaar (2021-2019) zijn gebouwd, 18% is gerealiseerd door woningbouw corporaties.
Indruk
Veel inwoners en diverse politici hebben de indruk dat die 35% niet behaald is. Opvallend vaak worden er woningbouwprojecten gerealiseerd waarbij die 35% in ieder geval niet gerealiseerd wordt, en verwezen wordt naar de ‘gemiddelden’, als argument om de belofte op dat ene project los te mogen laten. Dat zou dan gecompenseerd moeten worden op andere projecten. Slechts zelden komt het voor dat het percentage bij een woningbouwproject hoger uitvalt, laat staan dat er werkelijk flink veel benodigde woningen voor de jeugd en lagere inkomens worden gebouwd. Het zijn ‘slechts’ indrukken, want zonder overzicht geen inzicht. Het zorgt ervoor dat raadsleden gedwongen worden te debatteren en besluiten te nemen zonder enig idee te hebben van de werkelijke situatie. Iets waarvan de meerderheid van de raad eerder aangaf dat dit niet gewenst is.
Te laat
Voor de toekomst wil de gemeente die overzichten wel gaan genereren: ‘In het traject om te komen tot een woonzorgvisie onderzoeken we of het mogelijk is een monitoring systeem op te zetten die ons wel een duidelijke inzage geeft in de woningvoorraad in onze gemeente.’ Informatie die vermoedelijk pas in 2022 of later beschikbaar komt, met zo het zich laat aanzien cijfers vanaf dat moment. Informatie die voor besluiten die nu gemaakt worden, bijvoorbeeld komende maand bij de woningbouw op het voormalige zwembad De Leye, niet beschikbaar zal zijn.
Uitgaande dat de 18% door woningbouw corporaties sociale woningbouw betreft, wat uiteraard niet helemaal zuiver is, zou de 35% afspraak gemiddeld voor de helft gerealiseerd worden. Wat ook zou inhouden dat er, om aan die 35% te komen, nagenoeg alleen nog sociale woningbouw gebouwd mag worden.