Op zaterdag 11 februari was het erg druk op de Ireen Wüst IJsbaan in Tilburg. Omdat de baancommissie van deze ijsbaan namelijk de eer had gekregen om die dag het Nederlands Kampioenschap Supersprint te organiseren, waren schaatsers en supporters uit het hele land naar Tilburg afgereisd.
Het Nederlands Kampioenschap Supersprint bestond uit twee ritten over 100 en twee ritten over 200 meter. Met een PR op de eerste 100 meter in 11.82 en de elfde tijd begon het kampioenschap voor Karlijn Schellekens uitstekend. De droom van een klassering in de top tien van het eindklassement viel echter in duigen door een val tijdens de tweede rit over 100 meter. Met haar tijd van 20.58 was de achterstand onoverbrugbaar geworden. Ondanks een PR in 27.73 op de eerste 300 meter (tiende tijd) en een prima tijd in 28.07 op de tweede 300 meter (veertiende tijd), zat er niet meer in dan een tweeëntwintigste plaats in het eindklassement. Indien Karlijn niet was gevallen en in de tweede rit over 100 meter dezelfde tijd had gereden als in de eerste rit, zou zij in het eindklassement de tiende plaats hebben behaald. In het weekend van 25 en 26 februari krijgt Karlijn in Utrecht tijdens het Nederlands Kampioenschap Sprint een nieuwe kans om een topklassering op het allerhoogste nationale niveau te behalen.
Thomas van Berkel was op zaterdag 11 februari weer eens naar het hoge Noorden afgereisd voor een wedstrijd op het ijs van Thialf in Heerenveen. Nadat hij de 500 meter met 39.55 wederom binnen de veertig seconden had gereden, verbeterde hij met 1:17.70 zijn PR op de 1000 meter met bijna anderhalve seconde.
