Bij rugbyclub RFC Oisterwijk Oysters zijn er door de jaren heen veel succesverhalen op te halen. De vereniging is een echte familieclub en het feit dat er de laatste jaren, vanaf 2019, weer op het hoogste niveau gespeeld wordt doet daar niets aan af.
Een bewijs van het predicaat “familieclub” is, dat zelfs op dit hoge niveau diverse broers acte de présence geven. Dat is overigens meer traditie dan uitzondering. Het is nu de beurt aan de gebroeders Boor. Loïc Boor (2000) speelt sinds zijn zesde jaar rugby bij de Oysters. Dinand Boor (2004) sloot dit jaar aan bij de selectie van het eerste team. Met beide heren hadden we een kort interview:
Sinds wanneer speel je voor de Oysters? In welk team was dat?
Dinand: Vanaf de turven zit ik al bij de Oysters sinds dat ik 5 jaar oud ben. Mijn oom Bjorn Vervoort heeft ook altijd voor de Oysters gespeeld. En hij heeft mijn broer en mij kennis laten maken met rugby. Vanaf dat moment was ik verkocht, “dit is mijn sport” en wilde niks anders doen, en zo speel ik nu al 13 jaar voor de Oysters.
Loïc: Sinds mijn zesde speel ik voor de Oysters, ik ben begonnen bij de turven. Samen met Kas van Eijndhoven en Toon van Spaandonk die nu nog steeds rugbyen, begonnen we spelenderwijs bij de kleintjes een balletje te gooien
Van welke trainer in je “carrière” heb je het meeste opgestoken?
Loïc:Bij de Cubs hadden we Tim Heuvelmans als trainer. Wat ik goed vond aan hem was dat hij heel direct en duidelijk was, dat werkte. Wij als voorwaartse hadden een duidelijke taak en die voerden we naar behoren uit. Zo zijn we met dat team 3e van Nederland geworden.
Dinand: Op dit moment ben ik het meest opgestoken door onze trainer van het 1ste Johan. Hij heeft elke training weer andere leuke oefeningen en daar leer ik enorm veel van. En omdat ik nu met veel ervaren spelers train leer ik ook meer.
Hoe ziet jouw toekomstbeeld eruit bij de club?
Dinand: Mijn toekomstbeeld van de club is dat we altijd nog een familieclub blijven. En ik hoop dat we nog een tijdje ere klasse mogen blijven spelen met zoveel mogelijk spelers uit onze eigen jeugd
Loïc: In de toekomst zou het graag met het eerste van de Oysters in de ereklasse willen blijven rugbyen. Hopelijk kan dat met veel van onze eigen jeugd, dat vind ik zelf het leukste. Samen met mijn broertje op de flanker, dat zou fantastisch zijn.
En dan nog even positief/kritisch; wat zijn in jouw ogen zaken die bij de club nog voor verbetering vatbaar zijn?
Dinand: In mijn ogen heb ik weinig wat beter kan. Ik ben blij dat ik bij de Oysters mag spelen
Loïc: Oysters is vanaf oudsher een club met snel spel van vooral de driekwarters. De voorwaartsen zouden daarom een platform moeten creëren. Je ziet nu bij het eerste team en in de Ereklasse dat er uit eigen jeugd veel tekort komt aan voorwaartsen, vooral in de eerste rij. Het lijkt mij goed om te investeren in goede voorwaartse jeugdtrainers, waardoor de voorwaartsen ook daadwerkelijk een platform kunnen creëren voor de backs. Als hier in de jeugd al aandacht aan wordt besteedt zal dat vanzelf doorgroeien tot de senioren.