Columnist Roland Smulders neemt u mee, een kijkje in zijn Oisterwijk:
Het is een rustige maandagochtend als de telefoon gaat bij het centrale meldpunt tegen pesten. Was het in het weekend weer raak, wil de begripvolle medewerkster weten. Ze kent de persoon aan de andere kant van de lijn inmiddels goed. Hij doet zijn best, maar dat helpt hem niet. Gevangen tussen de twee vuren van verantwoordelijkheidsgevoel en loyaliteit naar de eigen mensen zit hij. Hoe verleidelijk is het toch om hard te roepen dat de schuld bij anderen ligt en dat de pesters die maar moeten aanspreken. Verleidelijk, maar juist dat mag hij niet. Burgemeester van Oisterwijk zijn is typisch zo’n beroep dat je de ergste vijand nog niet toewenst.
In het verleden heb ik eens een column geschreven over burgemeester van Oisterwijk zijn. Hij is vast nog te vinden in een van mijn bundels. Vroeger leek het me wel een mooi beroep. Een gedachte die opkwam, toen ik in de gang zat te wachten en de toenmalige burgervader langs zag komen in een trainingspak. Even wat stukken tekenen en dan snel op weg naar een diamanten echtpaar dat al met smart op hem zat te wachten. Niemand die op het idee kwam van een gerichte actie tot het zoveel mogelijk beschadigen van zijn persoon. Waarom ook. Iedereen wist dat ambtenaren eigenwijze figuren zijn, die zich ook door een burgemeester niet de les willen laten lezen.
De klacht dat ambtenaren er soms een rommeltje van maken, is niet nieuw. We hebben op een zeker moment zelfs naar het machtsinstrument van het managementteam gegrepen om er iets aan te doen, maar ook dat hielp maar heel even, een heel klein beetje. Tegenstribbelende ambtenaren die er met de beste bedoelingen alles aan deden zich vast te klampen aan verkregen status en bevoegdheden. Zo zag het er althans van buitenaf uit. Ik wil maar zeggen dat tegen sommige verschijnselen weinig kruiden gewassen zijn. Soms zit er ook voor een oprecht betrokken bestuurder niks anders op, dan het spel te spelen met de kaarten die je hebt gekregen. Desnoods zonder steun vanuit de samenleving. Niet leuk, maar het is niet anders.
Vreemde ogen dwingen volgens een volkswijsheid, maar in een gemeentelijke organisatie moeten die ogen dan wel heel vreemd zijn. Zomaar een andere burgemeester benoemen en hopen op verandering, gaat niet werken. Niet in mijn woonplaats Oisterwijk en in andere gemeenten vermoedelijk ook niet. We hebben zoiets al geprobeerd met de ambtelijke top. Inmiddels neem ik niet eens meer de moeite de naam van de huidige gemeentesecretaris te onthouden. Over een jaar zit sowieso iemand anders op zijn of haar stoel.
Om de burgemeester van mijn woonplaats een hart onder de riem te steken, verzacht ik de gemene opmerkingen aan zijn adres met de toevoeging dat hij wel een aardig persoon is. Helpen doet het niet, geloof ik. Hoogstens voor mij, maar daar heeft de gepeste burgervader weinig aan. Hij denkt, net zoals ik dat doe, aan de wissel die hij trok op zijn gezondheid. Misschien had hij het toch rustiger aan moeten doen met dat behartigen van de Oisterwijkse belangen. Er zijn parels die je maar beter niet te onnadenkend voor de zwijnen kunt gooien.