Columnist Roland Smulders neemt u mee, een kijkje in zijn Oisterwijk:
Militaire bijstand
Mijn woonplaats Oisterwijk heeft een nieuw gemeentebestuur. Snel en zonder veel woorden vuil te maken aan details tot ver achter de komma. Zo zie ik het graag. In gedachten hef ik het glas op een vruchtbare samenwerking, waarbij verstandige besluiten af en toe worden opgeleukt met hilarische uitglijders om mij als zelfbenoemde dorpscolumnist ook wat te gunnen. Met een beetje goede wil komen wij er de komende jaren wel uit.
Veel meer kan ik er nu nog niet over zeggen. Dat is het nadeel van een nieuwe ploeg. Het enige wat ik weet, is dat de coalitiepartijen over de gemeentegrens hebben gekeken voor militaire bijstand in de persoon van een echte majoor. Geen majoor Kees, maar majoor Eric. Leuk voor als corona is verslagen en grootschalige carnavalsbijeenkomsten weer mogelijk zijn. De rest van het gemeentebestuur kan hem tijdens de Sauwelavond mooi het podium opsturen voor het verzorgen van een briefing over de stand van zaken in Oisterwijk. Een briefing die hij dan olijk kan larderen met de kreet: ‘Vragen? Geen vragen.’
Waarom het nodig is Nederland af te struinen op zoek naar een wethouder, weet ik niet. Kennelijk is de spoeling in Oisterwijk zelfs na de uitbreiding met Haaren te dun voor het samenstellen van een complete ploeg. Het zegt iets over de raadsleden, neem ik aan. Ergens is dat weer wel typisch Oisterwijks. In mijn woonplaats krijgt iedereen die in de gemeenteraad wil een eerlijke kans. Wie in plaats van met een degelijk curriculum vitae komt aanzetten met wat goede wil en een pakje tarotkaarten, wordt net zo liefdevol opgenomen als het raadslid met een relevante vooropleiding. Van tijd tot tijd krijgt zo iemand zelfs de gelegenheid iets te zeggen over gebruiken binnen de lokale politiek. Ik breng het maar even ter sprake, mocht bij het inhuren van majoor Eric vergeten zijn daar aandacht aan te besteden. Hij moet weten van het risico dat vertrouwelijke zaken uitlekken en dat hij dat dan weer moet uitleggen. Het zou flauw zijn om hem zonder goede informatie het veld in te sturen.
Voor de ambtenaren die naar de pijpen van majoor Eric moeten dansen, zal de nieuwe hiërarchie wel wennen zijn. Bij iemand die gepokt en gemazeld is in de strijd hoeven zij niet aan te komen met goedkope uitvluchten om te verklaren waarom het werk niet is gedaan. Het doet mij denken aan de ambtenaar die zich vroeger bij het aantreden van een nieuwe wethouder liet ontvallen: ‘Die richten wij nog wel af.’ Destijds was zoiets nog mogelijk en het africhten ging inderdaad van een leien dakje. In het geval van een heuse officier lijkt de kans op succes in dat opzicht een stuk kleiner. De ambtenaren kunnen het proberen, maar dan lopen zij de kans voortaan elke ochtend in de gezonde buitenlucht aan te moeten treden voor een peptalk militaire stijl. Ik heb er graag een wandeling voor over om dat te aanschouwen.
Roland Smulders
[box style=”info”]Facebookpagina van Roland Smulders[/box]