Columnist Roland Smulders neemt u mee, een kijkje in zijn Oisterwijk:
Ergens heeft het ook wel iets komisch. Dan besluit het gemeentebestuur van mijn woonplaats Oisterwijk een keer beleid te maken en Gods water niet gewoon over Gods akker te laten lopen, en dan dreigt het initiatief ten onder te gaan aan het eigen succes. Schuldhulpverlening is momenteel wellicht niet het meest geschikte onderwerp om mee te scoren. Het gemeentebestuur kan beter gaan monitoren wie er geen problemen meer heeft met het betalen van de rekeningen. De rest staat al in een lange rij bij het loket, om zich daar sterkte te laten wensen door een medewerker die het allemaal ook niet meer kan bijhouden.
Deze keer zal ik het de gemeente niet kwalijk nemen. Als er een tsunami over je heen komt rollen, dan bereik je niet veel met een zwemband. Het gemeentebestuur gunt geen enkele inwoner de stress van zich ophopende rekeningen, maar er zit een grens aan de hoeveelheid ijzer die met de handen gebroken kan worden. Qua inflatie steken wij inmiddels het gemiddelde ontwikkelingsland naar de kroon. Om er een beetje mee in de pas te blijven, moeten de salarissen en uitkeringen worden verdubbeld en we weten hoe groot de kans daarop is. Nul komma nul procent om precies te zijn.
Mijn mondhoeken hadden het zwaar, toen ik las dat de progressieven in mijn woonplaats meer nadruk wilden op het voorkomen van schuldsituaties. Hadden ze toevallig ook een idee hoe dat moest in de huidige tijd? De prijsstijging was in de afgelopen maand ruim zeventien procent. Daar valt – overlijden daargelaten – met geen mogelijkheid nog tegenop te bezuinigen. Je moet echt een onverbeterlijke optimist zijn om uitgerekend nu voor te stellen dat het eventueel, onder voorwaarden wel een goed idee zou kunnen zijn wat aan preventie te gaan doen. De rest van Nederland heeft het al opgegeven, maar hier in Oisterwijk lopen ze nog vrij rond.
Eigenlijk is dat de reden waarom ik mij in Oisterwijk zo op mijn gemak voel. Er spelen dezelfde problemen als in de rest van het land, maar op een of andere manier voelen ze minder erg aan. In Oisterwijk heb ik altijd nog de overtuiging dat het uiteindelijk allemaal wel mee zal vallen. En als het ons dan toch boven het hoofd dreigt te groeien, lossen wij alle problemen op met een gloednieuwe rotonde en een gezamenlijke lunch in het gezelschap van een groene kikker en mevrouwen die complimenten rondstrooien. In de rest van het land denkt volgens de berichten die ik lees inmiddels iedereen na over manieren om uit het leven te stappen, maar Oisterwijkers gooien de handdoek niet zo snel in de ring.
Misschien is het een idee – ik denk maar even mee over de mogelijkheden die er nog wel zijn – om een van de Oisterwijkse winkelcentra aan te wijzen voor hulp aan de armen. De gemeente kan daar dan alle voorzieningen concentreren die de tot de bedelstaf gebrachte inwoners moeten helpen het verwarde hoofd boven water te houden. Met een voedsel- en een kledingbank. En met een plek waar handige handjes mensen zoals ik willen helpen met het oplappen van spullen die de geest hebben gegeven. Althans, als er nog wat te helpen valt. Ik ben erg bedreven in het afdragen van kleren en schoenen. De gemeente wil best helpen, maar toveren is niet inbegrepen bij het aanbod.
Roland Smulders
[box style=”info”]Facebookpagina van Roland Smulders[/box]