Columnist Roland Smulders neemt u mee, een kijkje in zijn Oisterwijk:
Mensen van buiten mijn woonplaats Oisterwijk moeten waarschijnlijk moeite doen om het probleem te bevatten. Eerst wordt er bijna een halve eeuw gezeurd over een bedrijfsgebouw dat het vervallen visitekaartje van onze groene parel staat te zijn, en als dan met de sloop wordt begonnen, is het geklaag over het verlies van die mooie ruimte ineens niet van de lucht. De eigenaar had het gebouw toch ter beschikking kunnen stellen van Oisterwijkse bedrijven die nu geen plekje kunnen vinden. Het staat er echt. Iemand wijst er voor de volledigheid op dat het een mooie locatie zou zijn voor een supermarkt. Maar heel weinig mensen vinden dat de eigenaar het volste recht heeft zijn perceel te verkopen aan een handelaar in dure automobielen. Tenzij er voor de minder gefortuneerde Oisterwijker een rotonde bij wordt geleverd. In dat geval mag het weer wel.
Boven mijn Oisterwijkse columns staat een tekst die belooft dat ik mensen meeneem in mijn Oisterwijk. Het wekt verwachtingen die ik niet altijd kan waarmaken. Soms valt er nu eenmaal niet zoveel mee te nemen. Ja, er komt een ‘top of the bill’ verkoopcentrum voor het speelgoed van vooral welgestelde dames. Ik weet niet goed wat daarmee aan te vangen. Oisterwijk staat op mooie dagen nu al vol met die dingen en vaak op plekken waar ze niet mogen staan. Er zit geld in het dorp waar ik woon, alleen bij de verkeerde personen. Lag er bij de eigenaar van het perceel geen bod op tafel om van het gebouw een luxe parkeergarage te maken? Het is maar een loze gedachte, die bij gebrek aan beter door mijn hoofd gaat. Ik moet het toch ergens over hebben.
Wat aan de zure reacties opvalt, is dat de afzenders iets tegen bezitters van dure sportwagens lijken te hebben. Wat moeten zij met een gebouw waar zij naar verwachting nooit een voet over de drempel zullen zetten? Het levert een ingang op voor het verbeteren van de verhoudingen. Als de dealer nu eens belooft regelmatig dagen te organiseren voor inwoners die ook wel een keer in een echte auto willen rijden? Als passagier natuurlijk, want de bomen in Oisterwijk mogen er niet het slachtoffer van worden. En mij mag de dealer rustig overslaan. Dat scheelt alweer in de kosten. Aan mij is geen coureur verloren gegaan.
Met een dure sportwagen kun je voor het onderhoud niet aankloppen bij een prijsvechter op dat gebied. Niet als je er als bezitter nog lang plezier van wilt hebben tenminste, want het in conditie houden van zo’n apparaat luistert nauw en je wilt tegenover vrienden en kennissen niet voor gek staan met een rammelende koffiemolen onder de glimmende motorkap. Koop zo’n ding en je weet dat zelfs het verwisselen van een kapot lampje in het handschoenenvak goud geld gaat kosten. Ik gun de dames van plezier hun sportwagen en verkneukel mij intussen over de donkere wolken aan hun horizon. ‘Kijk’, zeg ik tegen de mensen die door mij meegenomen willen worden op een rondgang door mijn Oisterwijk, ‘in dat mooie, gloednieuwe gebouw daar wordt gewerkt aan de herverdeling van het Oisterwijkse vermogen. Veel Oisterwijkers hebben er problemen mee, maar zelf kom ik af en toe speciaal deze kant op om van de aanblik te genieten.’
Roland Smulders
[box style=”info”]Facebookpagina van Roland Smulders[/box]