Uit nieuw onderzoek naar de gedenknaald op het voormalig terrein van de Koninklijke Verenigde Leder (KVL) in Oisterwijk, blijkt volgens eigenaar Boei dat dit Rijksmonument uit 1941 in veel slechtere staat verkeert dan eerder gedacht. Nieuw overleg met de Oisterwijkse gemeenschap, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Gemeente Oisterwijk moet nu een toekomstscenario opleveren op basis van deze nieuwe realiteit.
Arno Boon, directeur BOEi: “De Gedenknaald staat nu nog in een beschermingsconstructie, maar dat is natuurlijk geen langetermijn oplossing. Teneinde die constructie te kunnen weghalen, hebben we aanvullend onderzoek laten doen naar de staat van het monument. Daar bleek uit dat alle bovengelegen delen los liggen. Als de beschermingsconstructie wordt weggehaald, dient ten behoeve van de veiligheid dus ook de bovenzijde van de Gedenknaald te worden gedemonteerd en opgeslagen. Dat is voor liefhebbers van het oorspronkelijke monument een harde boodschap, die echter ook duidelijkheid verschaft: alleen restaureren is geen optie meer.”
De gedenknaald in Oisterwijk is een monument dat door het personeel van de fabriek in 1941 werd aangeboden aan de directie ter ere van het 25 jarig bestaan. Het beeld is gemaakt van Ettringer tufsteen, een steensoort die niet bestand is tegen het Nederlandse klimaat. Het beeld is de laatste decennia sterk achteruitgegaan. In 2018 nam BOEi het rijksmonument over van de provincie Noord-Brabant en plaatste een beschermingsconstructie om de naald te beschermen. Ook startte BOEi een participatietraject om samen met Oisterwijkers een goede oplossing te vinden.
Daarvoor al kwam er vanuit de Oisterwijkse samenleving kritiek op het onbeschermd laten van de gedenknaald, vooral ook tijdens werkzaamheden op het KVL terrein. Er was volgens betrokken historici en belangstellenden van de KVL historie te weinig aandacht voor bescherming van het monumentale erfgoed. Te lang werd het beeld opengesteld aan trillingen, breukrisico en de zoals ook nu blijkt slechte invloeden van het klimaat. (Zie onder de reportage van Oisterwijk in Beeld 2017) Pas veel later werd het beeld voorzien van een tijdelijke bescherming.
“Op korte termijn gaan we deze nieuwe realiteit met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Gemeente Oisterwijk bespreken. Ook willen we de Oisterwijkers vragen: kiezen zij na demontage voor een replica op basis van het oorspronkelijke ontwerp, of toch een eigentijdse oplossing? Met deze input gaan wij vervolgens aan de slag.” Inwoners wordt gevraagd met ideeën te komen, welke vormen van behoud of vervanging volgens hen mogelijk en gewenst is.