Het was vooral luisteren, en wat vragen stellen, maar van discussie kwam het niet. Komt dat door het digitale vergaderen, of zijn de raadsleden niet mondig genoeg?
Volgens raadslid Ton van de Ven van de VVD in Oisterwijk is het digitale de boosdoener. ‘Inwoners en luisteraars die vorige week de online Raadsontmoetingen volgden, zullen niet verbaasd zijn. Met name de digitale bijeenkomsten over het Buitengebied Haaren en de jaarlijkse evaluatie met het COA, waren benedenmaats.’ Aan het Brabants Dagblad lieten zij weten dat het digitaal vergaderen afbreuk doet aan het democratische proces. Overigens is dat alleen op de voorbereidende besprekingen van toepassing, want de besluitvormende en controlerende raadsvergaderingen zijn wel fysiek, in een grote zaal in Tiliander.
Tijdsgebrek
Waar de voorzitter Marieke Moorman (PGB) bij de bijeenkomst over het AZC niets aan kon doen, maar nu wel soort van op haar bordje krijgt, is het tijdsgebrek in de bewuste bijeenkomst. De eerste 8 minuten gingen op aan aanwezigheidscontrole, en na de presentatie van het COA die al snel 30 minuten duurde, en het stellen van vragen. Zelfs na uitloop van de vergadering, waren nog niet alle vragen gesteld, en bleef er weinig tijd over voor het uitwisselen van gedachten. De noodzaak tot discipline bij het stellen van vragen, laat staan interruptie, maakt dat het digitale vergaderen meer tijd kost dan regulier in een zaal. In die zin heeft de VVD een juiste conclusie getrokken, dat het digitale vergaderen meer vraagt, en als die ruimte er niet is een deel van de uitwisseling wegvalt.
Opgemerkt mag worden, dat deze bijeenkomst in beginsel was voor de presentatie vanuit het COA ter informatie over het verloop en de stand van zaken. Voor een meer inhoudelijke politieke discussie werd onder andere door Inge van Beers (AB) geopperd op een later moment verder te praten.
