Voor het vierde opeenvolgende jaar vraagt het college (burgemeester en wethouders) aan de raad ontheffing om de bij wet verplichte ingezetenschap voor wethouder Logister te mogen negeren.
‘Per 7 januari 2021 is de heer E.H.P. Logister benoemd tot wethouder van de gemeente Oisterwijk waarbij ontheffing verleend is voor het ingezetenschap. Ontheffing kan voor een jaar verleend worden. Om ook voor 2025 ontheffing te verlenen aan wethouder E.H.P. Logister ligt dit raadsvoorstel voor.’ Het college gaat hierbij voorbij aan het doel van de regeling, waarbij alleen een tijdelijke situatie reden mag zijn voor een dergelijke ontheffing; de uitzonderingsregel is bedoeld voor bijvoorbeeld een tijdelijke benoeming kort voorafgaande aan verkiezingen, bij waarneming tijdens ziekte, of om een wethouder na zijn benoeming ruimere gelegenheid te geven een woning te zoeken. De in basis maximale duur van de ontheffing is een jaar, en daarbij is het in beginsel niet de bedoeling deze ieder jaar te verlengen.
Volgens het college is ‘de heer Logister niet woonachtig in de gemeente Oisterwijk en heeft de raad verzocht bij benoeming hem die ontheffing te verlenen.’ Wethouder Logister is bij zijn benoeming niet voornemens geweest in Oisterwijk te komen wonen, en daarmee is de uitzondering voor hem structureel van aard. Daar is de uitzonderingsregeling niet voor bedoeld (lees hier meer).
De raad moet hierover binnenkort een besluit nemen. De verwachting is dat de raad – net als eerder jaren – hier zonder enige vorm van debat een akkoord op geeft.
